-
1 ambt
♦voorbeelden:zijn ambt neerleggen • se démettre de ses fonctionseen ambt uitoefenen • exercer une fonction -
2 ambt
1 office♦voorbeelden:een ambt aanvaarden • take up officezijn ambt neerleggen • resign from officeeen ambt uitoefenen • carry out one's duties -
3 exercice
exercice [egzersies]〈m.〉♦voorbeelden:faire l'exercice • exercerenentrer en exercice • zijn ambt aanvaardendans l'exercice de ses fonctions • in de uitoefening van zijn functieen exercice • in functie, fungerendm1) oefening2) uitoefening3) bekleding [ambt] -
4 entrer en exercice
entrer en exercice -
5 office
n. bureau, kantoor; ambt[ offis]♦voorbeelden:¶ Office for the Dead • lijkdienst, dodenmisperform the last offices • de laatste eer bewijzenthe Foreign office • het ministerie van Buitenlandse Zakensay (divine) office • getijden bidden, brevieren1 ambt ⇒ openbare betrekking, functie♦voorbeelden:hold office • een ambt bekledenseek office • solliciteren naar een ambt -
6 Amt
〈o.; Amt(e)s, Ämter〉1 ambt, betrekking, functie3 bestuur, dienst ⇒ instantie; departement, ministerie5 district, kanton♦voorbeelden:ein Amt antreten • een ambt, betrekking aanvaardenim Amt bleiben, sein, stehen • in functie, dienst blijven, zijnvon Amts wegen • van ambtswege, ambtshalvedas meteorologische Amt • het meteorologisch instituutdas statistische Amt • het bureau voor de statistiek6 ein Amt (ab)halten • een gezongen mis doen, opdragen -
7 stay
n. verblijf; stut; stag; hulp--------v. blijven; verblijven; logeren; een achterstand oplopen; steunenstay1[ stee] 〈 zelfstandig naamwoord〉4 balein♦voorbeelden:————————stay2♦voorbeelden:1 〈 informeel〉 come to stay, be here to stay • blijven; 〈 figuurlijk〉 zich een blijvende plaats verwervenstay for/to dinner • blijven etenstay at a hotel • in een hotel logerenstay with friends • bij vrienden logeren♦voorbeelden:4 stay one's appetite/stomach • zijn honger/maag stillenIV 〈 koppelwerkwoord〉1 blijven♦voorbeelden:stay abreast (of) • op de hoogte blijven vanstay ahead • aan de leiding blijvenstay ahead of the others • de anderen voor blijvenstay away • wegblijvenstay away from someone/something • zich niet bemoeien met iemand/ietsstay behind • (achter)blijvenstay down • beneden/erin blijven (staan)stay in • binnen blijvenstay in (after school) • nablijvenstay indoors • binnen blijvenstay up • recht blijven (staan); boven blijven 〈 in het water〉; blijven staan/hangen; in de lucht blijvenstay up late • laat opblijvenstay up (at the University) • niet met vakantie gaanstay off the bottle • niet meer drinkenstay out of trouble • moeilijkheden vermijden -
8 benoeming
2 [geschrift] letter/notice of appointment♦voorbeelden:benoeming in een ambt • appointment to a postter benoeming voordragen • propose someone for appointmentzijn benoeming tot directeur • his appointment as director
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский